ODF Workshop 14 mei te Utrecht
‘Conversie’ tussen bestanden centraal tijdens ODF Workshop
door Frits de Jong
In september vorig jaar werd door staatssecretaris Frank Heemskerk van Economische Zaken het actieplan ‘Nederland open in verbinding’ aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Een van de uitvloeisels van dat plan is dat uiterlijk eind december 2008 mede-overheden het ODF-bestand (OpenDocument Format) moeten ondersteunen bij het lezen, schrijven en uitwisselen van documenten. Om mede-overheden te laten zien welke beschikbare tools en methodieken beschikbaar zijn om die ondersteuning te realiseren, werd vandaag in Media Plaza een workshop gehouden waar ruim 40 overheidsvertegenwoordigers en leveranciers op afkwamen.
Na de inleiding van NOiV-adviseur Fabrice Mous, was het Marcel Pennock die vroeg in de ochtend het spits mocht afbijten van de ODF Workshop. Een workshop georganiseerd door het ministerie van Economische Zaken, het programmabureau NOiV (Nederland Open in Verbinding) en stichting Media Plaza. Pennock, systeemontwerper bij de Raad van State, liet in iets meer dan 20 minuten de toehoorders kennismaken met de ‘Electronische Conversiedienst’ (ECD). Omdat bij de Raad van State, een onafhankelijk adviseur van de regering over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land, gewerkt wordt met een groot aantal verschillende bestanden, en het in veel van die bestanden gaat om vertrouwelijke documenten, bleek het installeren van een ‘gewone’ conversieplugin bij het adviesorgaan geen optie. Om toch conversie toe te passen tussen de door de Raad van State gebruikte bestanden, werd de ECD ontwikkeld, een tool die fungeert als een ‘sleepdienst’ en uitwisseling tussen DOCX-, DOC-, ODT- en PDF-bestanden mogelijk maakt. Volgens Pennock zijn de resultaten over de ECD bemoedigend, en wordt nu al stiekem nagedacht over een uitbreiding van de tool zodat ook Powerpoint- en Excelbestanden straks met behulp van de sleepdienst omgezet kunnen worden.
Fedict
Na Pennock was het de beurt aan Bart Hanssens van Fedict (Federale Overheidsdienst ICT), de Belgische organisatie die als taak heeft om e-governmentprojecten voor de federale overheid te initiëren, uit te werken en te begeleiden. Na een intro over de ingewikkeldheid van België als land (de Zuiderburen kennen provincies, gemeenten, gewesten en gemeenschappen, en ieder met hun eigen verantwoordelijkheid), ging Hanssens dieper in op de ODF Richtlijn, een door de Federale ministerraad in 2006 aangenomen ‘wet’, die ervoor moet zorgen dat Federale Overheidsdiensten (FOD) sneller kunnen kiezen voor ODF. Hanssens benadrukte in zijn presentatie dat de ODF Richtlijn niet per se een ‘ja’ voor ODF is. “Het is niet gericht tégen leveranciers, en het is géén verplichting voor burgers. Elke FOD mag straks zelf kiezen welke (open) standaarden het gebruikt, zolang ze ODF maar ondersteunen”, aldus Hanssens, die ook nog bekendmaakte dat de uitvoering van de ODF Richtlijn gepland staat voor september van dit jaar.
Centric
Sander de Graaf is projectmanager Business Development & Innovatie bij Centric, een Nederlands bedrijf met ongeveer 5500 werknemers dat zich onder meer richt op consultancy, software engineering, e-business en systems integration. In zijn presentatie ging hij vooral in op de Module Documentenuitvoer (DOC4all), een conversietool die overweg kan met RTF, ODF, Open XML (OOXML) en PDF. De Graaf verwacht dat de tool, die nog in de testfase zit, zo rond de zomer wordt vrijgegeven en als software onder licentie aangeschaft kan worden. Aan het eind van de presentatie was het Aad Koppenhol (SUN Microsystems) die Sander de Graaf wist te verleiden tot de uitspraak dat de conversietool niet per se noodzakelijk is. “De plugins in OpenOffice.org en Microsoft Office doen exact wat deze conversietool ook doet”, aldus Koppenhol. De Graaf reageerde daarop door te zeggen dat “de conversietool een mogelijkheid is waar je als (bijvoorbeeld als gemeente) van gebruik kunt maken. Als er vraag is naar een dergelijke tool, dan willen wij dat als Centric graag faciliteren. Maar een must is de tool niet”, aldus De Graaf.
Bristol
De eerste Engelstalige bijdrage tijdens de workshop kwam van Gavin Beckett, ICT-manager in dienst van de Britse stad Bristol. Beckett ging in zijn presentatie vooral in op de manier waarop en waarom Bristol, een stad in het zuidwesten van Engeland met ruim 400.000 inwoners, gekozen had voor ODF en StarOffice, het ‘commerciële niet-gratis broertje’ van OpenOffice.org. De keus voor StarOffice (genomen in 2005) en ODF (genomen in 2007) heeft de Britse stad geen windeieren gelegd, zo maakte Beckett duidelijk. Dankzij die keus, die in 18 maanden werd afgerond en ten koste ging van Microsoft Office, kon de stad ruim 1,3 miljoen euro in eigen zak steken. Gavin Beckett beklaagde in zijn presentatie de situatie in het Verenigd Koninkrijk als het gaat om open source software en open standaarden. “Het aantal plaatsen dat ODF gebruikt is op de vingers van één hand te tellen, en van de overheid is in dat opzicht weinig steun te verwachten. Ik ben jaloers als ik hoor hoe het in andere landen, bijvoorbeeld België of Nederland, is geregeld. Daar kunnen wij nog iets van leren.”
OpenDoc Society/München
In een korte presentatie was het vervolgens Machtelt Garrels die mocht opnoemen waarom je als overheidsorganisatie voor ODF zou moeten kiezen. Machtelt Garrels, die aan de wieg stond van de open source beweging in België, de kar in dat land trekt van de OpenDoc Society en onder meer het Handboek ODF schreef, noemde ODF “een deftige standaard”. In tegenstelling tot Open XML, “dat geen standaard is, en veel te veel open laat”, aldus Garrels. Wat betreft haar “is ODF een middel om documenten duurzaam te maken.” De presentatie van de Vlaamse werd gevolgd door die van Florian Schiessl en Wilm Wösten, beiden in dienst bij de Duitse stad München, een stad met 1,3 miljoen inwoners die de afgelopen jaren veel heeft gedaan om een (gedeeltelijke) overstap naar vrije en open source software te bewerkstelligen. Zo draaien er nu 14.000 werkstations met vrije software, zijn er 8000 medewerkers van de gemeente die OpenOffice.org gebruiken, draait op 1200 computers een versie van het Limux-systeem (een eigen Linux-variant), en worden momenteel 8000 medewerkers getraind in het gebruik van vrije software.
WollMux/SUN Microsystems
Namens de Duitse stad was het Wilm Wösten, die in het Nederlands de gebruiksaanwijzing van WollMux uitlegde, een tool die het mogelijk maakt om bijvoorbeeld briefhoofden en formulieren op een relatief eenvoudige en ‘geautomatiseerde’ wijze aan te maken. Volgens Florian Schiessl moet de tool nog in de eerste helft van dit jaar beschikbaar komen onder een European Union Public Licence (EUPL), een licentievorm die het mogelijk maakt ‘de juridische interoperabiliteit te versterken door een gemeenschappelijk kader vast te stellen voor het samenbrengen van software uit de openbare sector’. Na de Duitsers Schiessl en Wösten was het de beurt aan Arjen Taal van SUN Microsystems. Taal legde in een korte presentatie een aantal manieren uit om over te gaan op ODF, en gaf een vijftal redenen op om te kiezen voor open (source software en standaarden). Zo kent ‘open’, aldus Taal, een lage drempel op in te stappen, verhoogt het de interoperabiliteit, verlaagt het de R & D-kosten, is het veiliger en kent het een lage drempel om uit te stappen.
Rijksoverheid
Het laatste blok van de workshop werd ingevuld door Fabrice Mous en Manon van Leeuwen. Mous trad daarbij op als vervanger voor Bauke Keulen, die op het laatste moment verstek moest laten gaan. Onderwerp van de presentatie van Mous/Keulen waren de ODF-ervaringen bij de Rijksoverheid, waarbij vooral de inspanningen van het ministerie van Defensie op het gebied van open source software en open standaarden opvielen. Toch, zo betoogde Fabrice Mous, moet er in het kader van het actieplan nog wel het nodige gebeuren bij de Rijksoverheid. In april voldeed 12,5 % van de werknemers bij de Rijksoverheid aan de in het actieplan gestelde doelen, terwijl dat aantal eind van dit jaar moet liggen op 87,5%. “Een hele klus”, zo vond ook Fabrice Mous.
Extremadura
Aan het slot van de workshop was er plaats ingeruimd voor Manon van Leeuwen, directeur Informatiemaatschappij van Fundecyt, een organisatie voor technologische ontwikkeling in de autonome Spaanse regio Extremadura. In haar presentatie gaf zij aan dat de keus van Extremadura voor vrije en open source software er met name eentje was ‘uit nood geboren’. “Het ging letterlijk om de kwaliteit van leven. Onze regio kent vrijwel geen industrie, en we wilden niet nog meer achterlopen. Als we de e-trein hadden gemist, hadden we de boel wel kunnen sluiten”, aldus Manon van Leeuwen, die tevens vertelde dat daarbij drastische maatregelen noodzakelijk waren. “Alles is bij ons ODF, en Word is bij ons op de computers niet te vinden. Consensus zoals in Nederland, kennen wij niet. De beslissing bij ons is van bovenaf genomen, maar dat betekent wel dat onze regio nu weer meetelt, en we bovendien flink op de kosten hebben kunnen besparen.”
Dit artikel ”Conversie’ tussen bestanden centraal tijdens ODF Workshop’ is afkomstig van de nieuws- en kennisportal Livre en is geschreven door Frits de Jong.